Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij gaven naar hun vermogen tot den [30]schat des werks, aan goud, een en zestig duizend [31]drachmen, en aan zilver, vijf duizend [32]ponden, en honderd priesterrokken. 30. Om in de schatkamer des heiligdoms bewaard te worden voor het bouwen des tempels. Zie 1 Kron.26:20,26. 31. Een drachma was [naar het gevoelen der geleerden] het gewicht van een vierendeel eens sikkels, of van een Franse kroon. Zie 1 Kron.29:7. Alzo bedroeg deze som een en zestig duizend Franse kronen. Hebreeuws, zes millioenen en duizend. 32. Hebreeuws, manim; dat is, mijnen. Zie 1 Kon.10:17; 2 Kron.9:16; Neh.7:71,72. Van Ezechiels mina, zie Ezech.45:12.